Over meditatie

Wat is meditatie?

Meditatie helpt je weer in contact te zijn met datgene in jezelf dat altijd heel is. Het brengt je naar de bron van je energie. Dat is een individuele weg die voor ieder anders is, maar met veel gemeenschappelijke wegwijzers. Mensen ervaren dit op weg zijn als heilzaam en vervullend.

Meditatietechnieken

Er zijn veel methoden en technieken die je helpen dieper in meditatie te gaan. Op de pagina Meditaties vind je de belangrijkste. Daarnaast kan je regelmatig een korte meditatie doen gedurende de dag, als je 5 of 10 minuten over hebt. Meditatie kan iets fijns zijn, iets om naar terug te gaan als je wat tijd hebt en er behoefte aan hebt. Op de home pagina van deze website zal er elke maand een andere kleine meditatie worden gedeeld.

Wat merk je ervan in het dagelijks leven?

Vaak krijg je door te mediteren nieuwe inzichten in jezelf en je leven. Soms ga je andere keuzes maken, die voor jou meer voedend en passend zijn.

In het dagelijks leven zul je steeds meer aanwezig zijn, je komt meer in het hier en nu, bewust, alert én ontspannen. Hoe meer je aanwezig bent, hoe dieper, rijker en vitaler je leven wordt.

Osho over meditatie

“Meditatie is in ‘no-mind’ zijn. Het is een staat van puur bewustzijn zonder inhoud. Normaal is je bewustzijn vol rommel, net als een spiegel die bedekt is met stof. De mind is een voortdurende verkeersstroom: gedachten bewegen voort, verlangens, herinneringen, ambities. Het is een voortdurende verkeersstroom, dag in dag uit. Zelfs als je slaapt functioneert de mind nog. Het droomt, het denkt nog, het is nog steeds bezorgd en angstig. Het bereidt zich voor op de nieuwe dag, een ondergrondse voorbereiding is alweer aan de gang.

Meditatie is zien dat jij niet de mind bent. Als je daar steeds dieper van gewaar wordt, dan zullen er af en toe een paar momenten van stilte komen, van pure ruimte, van transparantie.  Momenten waarin niets in je beweegt en alles stil is. In die stille momenten zul je weten wie je bent en zul je het mysterie van het bestaan kennen.

En als een paar van zulke momenten mogelijk zijn, dan is er geen probleem. Dan zullen er langzaam maar zeker steeds meer komen. Als je er vaardig in wordt, als je de slag ervan leert en de kunst leert om je afzijdig te houden van de mind, als je leert om een afstand te bewaren tussen jou en je gedachten, dan zal er steeds meer meditatie op je neerdalen. En hoe meer er neerdaalt, hoe meer je wordt getransformeerd.

Er komt een dag, een geweldige, gezegende dag, dat meditatie je natuurlijke staat van zijn wordt. Mind is onnatuurlijk, het wordt nooit je natuurlijke staat. Maar meditatie is je natuurlijke staat van zijn — we zijn deze alleen kwijtgeraakt. Het is een verloren paradijs, maar het paradijs kan teruggehaald worden. Kijk in de ogen van een kind en je zult enorme stilte en onschuld zien. Elk kind komt meditatief op de wereld, maar moet vervolgens ingewijd worden in de manieren van de maatschappij — hij moet leren hoe te denken, hoe te berekenen, hoe te redeneren, hoe ruzie te maken; hij moet woorden, taal, concepten leren. En langzamerhand verliest hij het contact met zijn eigen onschuld. Hij raakt besmet, vervuild door de maatschappij. Hij wordt een efficiënt mechanisme, maar is niet langer een mens.

Het enige dat nodig is, is die ruimte weer te herwinnen. Je hebt het al gekend, dus als je voor het eerst in meditatie bent, zul je verrast zijn, want er zal een heel sterk gevoel in je opkomen dat je dit al eerder hebt gekend. En dat gevoel klopt: je hebt het ook eerder gekend. Je bent het alleen vergeten. De diamant is verloren gegaan in stapels afval. Maar als je hem kunt blootleggen, dan zul je de diamant weer vinden — hij is van jou.

Hij kan niet echt kwijtgeraakt zijn, hij kan alleen vergeten zijn. We worden geboren in meditatie en vervolgens leren we de wegen van de mind. Maar onze echte natuur blijft ergens diep verborgen als een onderstroom. Begin gewoon met graven en je zult zien dat de bron nog steeds stroomt, de bron van puur, fris water. En de grootste vreugde in het leven is om deze te vinden.”

Osho, uit Philosophia Perennis, Vol. 2, Ch.#5